Het weekend is voorbij en de eerste Kamervragen worden alweer gesteld. Op maandag 23 april 2018, na het nieuws over de loot boxes, zijn ook de kamerleden van de Tweede Kamer wakker geschud. Dit keer is de Christenunie als eerste aan de beurt met nieuwbakken kamerlid Stieneke van der Graaf. Zij stelt de loot boxes kamervragen aan de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Dit als reactie op het over het bericht Populaire games overtreden gokregels.
Samenvatting van de Loot boxes kamervragen
Allereerst vraagt van der Graaf of het genoemde artikel van de NOS bekend is bij de Minister en staatssecretaris.
In het artikel wordt verwezen naar 4 van de 10 onderzochte spelen. Daarbij wil het kamerlid graag weten welke in in hoeverre andere spellen ook gebruik maken van loot boxes om zodoende de omvang van het probleem te verhelderen. Ook heeft ze daarom een vraag over het bedrag dat de bedrijven jaarlijks aan Nederlandse jongeren verdient. Het onderzoek van de Kansspelautoriteit heeft ertoe geleid dat 6 loot boxes niet in strijd met de kansspelwet zijn. Ondanks de publicatie van het onderzoek is nog niet duidelijk waarom deze 6 niet in strijd zijn.
Het criterium of de buit uit de loot boxes verhandeld kan worden is een belangrijk kenmerk voor het bepalen of het tot de kansspelen behoort. Ook spellen waar geen actieve markt voor de buit is kunnen toch verslavend werken. Het is de vraag of deze spellen ook niet onder de Kansspelwet behoren te vallen. Ook is het kamerlid benieuwd of het plan is de bedrijven hierop aan te spreken. Ook de omvang van dit probleem kan zich uiten in een aantal jongeren en kinderen in de verslavingszorg met een spelverslaving. Als laatste vraag wil ze weten wat de aanpak is om deze doelgroep bewust te maken van de risico's om een verslaving te voorkomen.
Meer details vind je hier: Kamervragen van Van der Graaf.